(Oryctolagus cuniculus L.)
Het Europees konijn is de stamvader van het tamme konijn. Oorspronkelijk kwam hij alleen in Zuidwest Europa en Noord-Afrika voor, maar is op veel plaatsen ingevoerd. In de middeleeuwen is hij ook in Nederland uitgezet voor de jacht en sindsdien een van onze meest algemene zoogdieren geworden.
In stedelijk gebied bekend van zandige taluds en dijken.
Buiten het stedelijk gebied vooral verspreidt en lokaal aanwezig op zandige gronden en duingebieden. De populaties in natuurgebieden loopt sterk achteruit.
In stedelijke gebieden kunnen populaties overlast veroorzaken…
Konijnen zijn voornamelijk in de schemering en in de nacht actief. Ze eten eiwitrijke en licht verteerbare plantendelen, zoals scheuten en wortels van grassen en kruiden en loten van jonge struiken en bomen. Omdat konijnen ruim voldoende vocht kunnen halen uit hun voedsel, hoeven ze vrijwel niet te drinken. Een hol wordt door één familie van maximaal tien leden bewoond. Binnen de familie bestaat een rangorde.
Konijnen zijn nachtdieren die in familiegroepen leven. De dag brengen ze doorgaans door in hun uitgebreide gangenstelsel (burcht)
De voortplantingstijd valt globaal in de periode van januari tot in juli.
Het vrouwtje bouwt in een speciaal daarvoor gegraven zijgangetje in het hol een nest.
Natuurlijke vijanden van het konijn zijn: Vos, Bunzing, Katten, Buizerd, Havik.
Konijnen zijn moeilijk te weren maar in sommige gevallen is het mogelijk om een konijnen-werend-raster te plaatsen. Dit is gaaswerk wat ingegraven moet worden zodat het voor de konijnen onmogelijk wordt het betreffende terrein op te komen. Deze vorm van weren is niet overal toepasbaar. Men houdt vaak openingen, denk hierbij aan toegangspaden en wegen welke niet van een konijnen werend raster kunnen worden voorzien.
Konijnen vangen is een methode om konijnenoverlast tegen te gaan.
Hierbij worden de konijnen gevangen met behulp van fretten.
Dit is een terugkerende actie omdat de konijnen niet altijd in het hol aanwezig zijn.
Ook is het niet overal mogelijk om konijnen te vangen met fretten, dit in verband met welk type terrein we te maken hebben (kort gras gemaaide dijken of braamstruiken, dichte dekking).
Met vangen kan wel een groot deel van de populatie worden teruggebracht tot circa 75%.
Wil men naar een 100% oplossing, dan moet er geschoten gaan worden.
Kan er niet geschoten worden dan moet men het vangen blijven continueren om zo de stand op een optimaal minimum te houden. Men moet wel bedenken dat in het beginstadia de grootste overlast al wordt opgelost.
Voor bovenstaande acties tegen konijnen is in de meeste gevallen een ontheffing vereist.
Heeft u overlast of hinder van konijnen of andere plaagdieren?
Twijfel niet en neem contact met ons op! Wij gaan graag het gesprek met u aan om een geschikte oplossing te vinden voor uw ongedierteprobleem!
Neem vrijblijvend contact met ons op via telefoon, mail of middels ons contactformulier.
Telefoon: 0320-286900
Email: info@megades.nl